banner kate

banner kate

Woorden

over leven

links levensverhalen

4 mei

Op 4 mei 1945 om acht uur in de avond
speelde de kleuter die later mijn moeder werd,
waarschijnlijk met wat zand en stokjes of steentjes
naast de barak in het Jappenkamp.

Daar had ze al drie jaar met haar babybroertje en tante
met honderden andere vrouwen en kinderen
een slaapplekje van 70 cm breed
met een sloopje
met een paar kleertjes, bord, beker en bestek erin.

Ze had geen zin gehad om te komen eten
Na drie jaar slijmerige 'blubberpap',
zonder suiker of zout,
was 'eten' een dagelijkse straf.

Ze wist niet meer hoe vader eruit zag.
Hij zat op een marineschip op zee,
hopelijk.

Ze wist niet waar moeder was.
Drie jaar geleden bracht tante moeder naar het ziekenhuis,
met een baby kwam tante weer thuis.

Ze wist niet meer wat vrijheid was.
Ze kende alleen de zanderige vlakte met houten barakken en prikkeldraad.
met vrouwen en kinderen en soldaten
met honger, angst, het zwijgen en de grappen.

Op 4 mei 2019 om acht uur in de avond
kijk ik met mijn zoontje van 10
naar de herdenking op tv.

We voelen ons dankbaar
dat die kleuter van toen
ons heeft geleerd om voluit te genieten
van bij je vader en moeder kunnen zijn
van kunnen eten wat we willen
van overal kunnen wandelen waar het mooi is
van eindeloos kunnen gamen op een tablet
van vieren wat vrijheid is.

Dank je wel, mam!

DSC 0604

Wat uit opa's kistje fladdert

Op een dag kwam ik thuis met een prachtig, oud, beschilderd, Chinees kistje. Ik plantte het pardoes voor mijn zoontje (10) op tafel: "Zo, dat is jouw erfenis van je opa." Nieuwsgierig keek hij in de kist.

Zijn opa heeft hij nooit gekend. Hij weet dat daar een reden voor was, maar de details kent hij niet. Het contact tussen mij en mijn Indische vader was altijd moeizaam geweest. Maar, door mijn inmiddels overleden, vaders huis dwalend, had ik het kistje gevuld met allemaal dingetjes, waarvan ik dacht dat een kleinzoon ze vroeg of laat wel leuk zou vinden. Een mooi zakmes, een prachtig bewerkt zilveren sigarettendoosje, een antieke bosatlas, een Japans go-spel, een mooi jeu de boules spel, etc.

Tims oog viel echter onmiddellijk op iets geheel anders. Hij stak zijn handje in de kist en haalde er het simpele beeldje uit dat ik als tiener of student ooit voor mijn vader had gekocht. We hadden in die tijd weer eens gekampeerd bij de boswachter en die verkocht dat soort beeldjes. Het was een dikke tak met inkepingen, waardoor het een beeldje geworden was van een uil. Prachtig in al zijn eenvoud. Mijn vader had het gekoesterd en een ereplekje gegeven in zijn huis, 30 jaar lang, ongeacht de aard van ons contact.

Tim liep ermee naar zijn kamertje en zette het in zijn vensterbank: "Dat vind ik móói, mama!" Met een dicht geknepen keel, gaf ik hem een knuffel. Daarop pakte hij zijn Donald Duckje weer op en vertrok weer naar Duckstad. De kist met de andere spulletjes bleef waar ik hem had neergezet.

Gisteren kwam hij uit school: "Mama, ik moet op school een monoloog houden over een foto. Ik wil een foto maken van dat uilenbeeldje uit opa's kist en daar over vertellen." Weer gaf ik hem een knuffel. "Wat een mooi idee, Tim!"

uilenbeeldje pa compr

Moeder de Vrouw

Tijdens de Boekenweek over het thema Moeder de Vrouw werk ik aan de autobiografie van mijn moeder. Urenlang interview ik haar over haar Portugese moeder, die ze verloor als dreumes in het Jappenkamp in Nederlands-Indië. Over haar oer-Hollandse, socialistische tantes en pleegmoeders en de afwezige zeemannen. Als twee vriendinnen kletsen we over haar vrijgevochten studententijd en seksuele revolutie. Over hoe ze verliefd werd op pa en over zijn eigenaardigheden. Wanneer we bij mijn kindertijd aankomen, ben ik ineens weer dat kleine meisje op de zakjes Katjadrop: kogelrond bolletje met twee pikzwarte staartjes.

Ik vind het veel moeilijker om mijn moeder te interviewen, dan welke klant dan ook. Niet vanwege emoties of zo, maar puur omdat ik de meeste verhalen al ken. Ik ben geneigd om de beelden zelf in te vullen uit mijn herinneringen, in plaats van ze te bevragen en te noteren in haar woorden. Ook sommige conclusies trek ik zelf en pas tijdens het redigeren vraag ik me af of ze wel kloppen met de hare. Welke blinde vlekken heb ik nog meer als dochter, die ik als biografe normaliter niet heb?

Maar het belangrijkste is dat ik intens geniet van de tijd die we hiervoor samen doorbrengen. In haar huis, met al haar herinneringen om zich heen. De koffiemolen waar haar tante tijdens de hongerwinter keiharde bonen en andere gedroogde peulvruchten in maalde. Het zilveren bedeltje dat ze op straat vond toen ze het kamp uit kwam. Het oude, benen mahjongspel waarmee we avond aan avond plezier hadden als jong gezin. De emaille pannetjes waar ze als student op kamers al in kookte. Terwijl ze allemaal door onze handen gaan, fotografeer ik alles om het boek straks mee te kunnen illustreren

In deze uren zie ik in haar glunderende warmte weer een glimp van de moeder die ze ooit was: zo toegewijd om haar kinderen door te geven waar zíj intens van genoot: de kleine, maar waardevolle dingen van het leven die je deelt met de mensen waar je hart naar uit gaat.

Dank je, mams! 

Echo en Narcissus (1)

#WorldStorytellingDay

Echo was een hele mooie, praatgrage bosnimf. Ze kon nooit haar mond houden. Oppergod Zeus vermaakte zich graag met de nimfen. Hera was de vrouw van Zeus én erg jaloers. Op een keer was Zeus weer met een nimf en Hera kwam erachter. Ze wilde hem op heterdaad betrappen. Maar Echo wist Hera net zolang op te houden met haar gepraat, dat Zeus nog net op tijd weg kon komen. Hera was hier zo kwaad over, dat ze Echo strafte door haar haar spraak af te nemen. Daardoor kon ze nooit meer zelf een gesprek beginnen, alleen nog maar herhalen wat een ander zei. (Bron: Wikikids)

 Echo en Katja

Als kind van ouders die opgroeiden in een Jappenkamp, leerde ik om mij compleet 'heen te vouwen' om hun gevoeligheden, hun angsten, hun mogelijkheden en ónmogelijkheden. Binnen hun mogelijkheden deden ze oprecht alles wat ze konden. Maar als ik dus iets wilde vragen of zeggen, vroeg ik me eerst af hoe hun situatie was en hoe ze zouden reageren. Vervolgens doordacht ik tenminste drie mogelijke scenario's (vaak meer) wat ik het beste wel of niet kon zeggen (en wanneer en hoe...). Dat kost natuurlijk bakken energie en doet alle kinderlijke spontaniteit teniet. 

In mijn studententijd kreeg ik een studievriendje. Die was dol op kiten (surfen met zo'n grote, opblaasbare vlieger) aan de kust en hij wist dat ik van wandelen hield. Verder deelden we eigenlijk niet zo vreselijk veel. Dus reden we elk weekend naar het strand, waar ik ging wandelen - alleen - en hij ging kiten: 'gezellig samen op pad'.

John William Waterhouse Echo and Narcissus Google Art Project

Het beroemde schilderij van Echo en Narcissus, geschilderd door William Waterhouse (bron: Google Art)

En Narcissus

(hier parafraseer ik wat) Narcissus was een hele knappe man waar veel vrouwen verliefd op waren. Maar hij was alleen maar geïnteresseerd in de jacht en in zichzelf. Want mensen die weten hoe knap ze zijn en dat graag horen, hebben moeite met gelijkwaardige vriendschappen met 'gewone' mensen. Toen hij op een dag aan het jagen was, zag Echo hem en werd gelijk verliefd. Ze kon alleen geen gesprek met hem beginnen, slechts herhalen wat hij zei. Dat vlijde hem, maar hij liet zich toch weer steeds van haar afleiden door de jacht. Zij was daar zo verdrietig over, dat zij de bergen invluchtte en in grotten leefde. Langzaam maar zeker teerde ze door haar verdriet weg en verloor ze haar lichamelijke vorm. Alleen haar stem bleef over. Zo komt het, dat als je in de bergen of in grotten loopt en iets roept, zij nog altijd het laatste woord wil hebben.

Katja loopt leeg

En zo ging deed ik dat eigenlijk in alles: omwille van de relatie deed ik wat de ander leuk vond (of wat ik dacht dat hij of zij van mij verwachtte). In studiekeuze, in mijn eerste baan, in vriendschappen. Het was zo'n gewoonte geworden, dat ik niet eens meer kon voelen wat ik nou eigenlijk zelf leuk vond om te doen: als de ander blij was, was ik ook blij.

TOTDAT mijn energievaatje natuurlijk leeg raakte. Ik ging in therapie en kwam bij lotgenotengroep INOG (Indische Na-Oorlogse Generatie) terecht. Want het is iets wat veel kinderen van oorlogsslachtoffers herkennen. We worden vaak steengoed in verzorgende beroepen, maar lopen finaal voorbij aan onze eigen behoeften.

Echo wordt weer Katja

Vele jaren later kwam ik als verhalenverteller het verhaal uit de Griekse Mythologie tegen over de bosnimf Echo en haar knappe Narcissus. Echo trof mij als de bliksem. Ik probeerde langzaam maar zeker weer te voelen wat ík leuk en belangrijk vond, wat ík graag wilde. Héél langzaam werd de Echo in mij weer Katja.

(Overigens liep het ook met Narcissus niet goed af en trof ook zijn lot mij als de bliksem. Maar dát is weer een nieuw verhaal...)