banner kate

banner kate

Woorden

over leven

links levensverhalen

Something’s coming…

Een naïeve jongeman trouwt onder druk van oorlog een mooi meisje uit een zich vreemd gedragende familie. Eenmaal getrouwd, begint het meisje zich ook steeds vreemder te gedragen. Tot ze jaren later een bedreiging wordt voor hun kind. Dan móet hij zijn passieve houding wel gaan afschudden. Hij moet uitzoeken wat er aan de hand is en hoe hij het kind tegen zijn vrouw kan beschermen. En snel. Maar de hulpverlening, de pastoor en uiteraard de familie werken niet mee - iedereen houdt de kaken stijf op elkaar. Ondertussen tikt de klok door... 

En ik

Al een poos werk ik aan het omwerken van deze biografie over ‘samenleven met een incestslachtoffer’ naar een psychologische thriller. Een kritische meelezer helpt me fantastisch met de spanningsboog. Tussen literair-technische besprekingen door, flapt hij er ineens uit dat hij onderdelen van het verhaal zo vindt lijken op zijn eigen relatie. Niet dat hij zijn leven deelt met een incestslachtoffer, maar wel met iemand met ‘emotionele uitdagingen’.

We zijn al lang bevriend, dus ik denk terug aan onze gesprekken over onze levens. Hij heeft haar weliswaar tijdens therapie ontmoet en wist dus op voorhand van haar achtergrond. Maar als ‘partner van’ blijft het een zoektocht hoe je het beste met de gevoeligheden van je geliefde kunt omgaan. En, toegegeven, ook ik herken dilemma’s. Want ieder mens heeft zo een rugzakje vol emoties; ook ikzelf en ook mijn geliefde echtgenoot.

Advent: something's comingDSC 0443

Met dit nieuwe bewustzijn krijgt het samenwerken aan dit boek een diepere lading. Eentje die inspireert, energie geeft, geestdrift zelfs.

Ik associeer direct met de tijd, jaren geleden, dat ik werkte aan een biografie over een vrouw met borstkanker tijdens de 40-dagentijd voor Pasen. Die kerkelijke periode van 'afscheid nemen en toeleven naar een nieuw begin' heeft veel raakvlakken met de adventstijd, die nu voor de deur staat. Tijdens advent, de voorbereidingstijd voor kerst, zijn christenen over de hele wereld bezig met het thema 'verwachtingsvol uitkijken naar nieuw leven'. En ik voel dat het dit keer weer zo’n intense periode gaat worden.

Wat heeft een multiculturele biografe met christelijk geloof? Mijn geloof speelt alleen een rol als mijn auteur of interviewee dat wil. Zo niet, dan komt het niet ter sprake. En helemaal in dit verhaal heeft de kerk een zeer dubieuze rol gespeeld. Mijn kennis van de christelijke traditie helpt de redacteur in mij om dat te begrijpen, maar in mijn contact met deze auteur laat ik het daarbij.

Maar tijdens het redigeren gebeurt er wel van alles binnen in mij: van twijfel over welke stukken ik ga schrappen of juist uitwerken, tot inspiratie vinden in onverwachte ontmoetingen. En aangezien ik een christen ben die middenin het multiculturele leven staat, komt die inspiratie ook uit alle hoeken. Zoals uit zo’n gesprek met een oude vriend, uit een wereld die ik al lang geleden heb verlaten, maar waar ik onverwacht weer mee in contact kwam.

Relispam of horoscoop: Something's coming

Ik heb mezelf weer getrakteerd op vier weken ‘relispam’: de adventskalender van het Nederlands Bijbelgenootschap, elke dag een Bijbeltekst in mijn mailbox. Want in de 40-dagentijd hielpen die berichtjes me om aan het begin of eind van elke werkdag even de dingen van die dag te relativeren en weer ruimte te scheppen voor rust. Of juist voor nieuwe dingen. Gek genoeg gaat dat net als met horoscopen lezen: je vindt altijd wel woorden die op een of andere manier aansluiten bij de dingen waar je op dat moment mee bezig bent. Zie ze niet als voorspellingen of geboden, maar als ideetjes om inspiratie bij te vinden. Laat je niet gek maken, maar haal eruit wat goed voelt voor jou.

Ik voel dat de advent de komende weken weer intens, dwars door de biografieën gaat lopen waar ik aan werk. Dit verhaal én dat van een oudere, zeer Hollands opgevoede dame die op zoek gaat naar de verborgen, oosterse invloeden die haar leven stiekem hebben vorm gegeven…

Wordt vervolgd.

Reli-spam

Met wie zou jij je eten willen delen in deze 40-dagentijd? vroeg de Bijbel App gisteren na het voorlezen van het verhaal over het optreden van Johannes de Doper. Op aangeven van wat religieuze spam in mijn mailbox had ik voor de grap eens zo’n App geïnstalleerd op mijn telefoon. Voor de grap? Of misschien vaag nog in het kader van mijn weg naar mijn hart, naar aanleiding van dat boek op mijn nachtkastje “The power of the heart” (zie vorige blog)?

Anyway, gisteren kwam de eerste 'alert' op de eerste dag van de 40-dagentijd met die beladen vraag. Tja, het is voor de hand liggend om je dan af te vragen of je gelijk allerlei zwervers aan tafel moet nodigen, een schrikbeeld voor veel welvarende christenen. Terwijl je dat natuurlijk op allerlei creatieve manieren kunt inkleden. Ik zou bijvoorbeeld koffie kunnen gaan drinken in het buurthuis van Inspiratie Inc, waar ik lang heb gewerkt, en ingrediënten meenemen. Bekend, gezellig en gemakkelijk.

Toch voel ik dat ik het niet ga doen. Ik heb momenteel al moeite genoeg om me staande te houden tussen alles wat er op me af komt, laat staan dat ik energie en tijd kan vrij maken voor dat soort acties. Het kost me bijvoorbeeld moeite om waarlijk warm contact te maken met zoontje Tim en echtgenoot Alexander tussen alle zorg voor de kwakkelende oma’s, mijn werkopdrachten, Tims opvoeding en het huishouden door.

Daarom vroeg ik Tim of hij het leuk zou vinden om vanmiddag, mamamiddag, samen voor papa een Valentijnsdiner te maken. Gelijk begon Tim te fantaseren:
“Ja, dan maak ik papieren hartjes voor op dat rode tafelkleed, mama. En de rode kandelaars.”
“Heel goed, ik heb nog wat gerookte zalm in de vriezer liggen, die kan ik met plakjes ei, paprika en komkommer versieren als voorgerecht.”
“Dan snijd ik alles in de vorm van hartjes, mama!”
“Goed. En dan rijst met kippendijfilet in ketjapsaus en roergebakken bloemkool?”
“Ja, alles in de vorm van hartjes, mama!”
“En Zwanenmeermuziek op, mama, dat gaat over liefde”
“Ha, ha, is goed, Tim. Even papa appen dat hij een beetje bij tijds thuis komt.”

En zo geschiedde en genoten wij weer eens als warm, hecht gezin samen aan een chique gedekte tafel met rood tafelkleed met gekleurde papieren hartjes, de rode kandelaars en Zwanenmeermuziek op de achtergrond. Die reli-spam toch…

valentijnsdiner

De kracht van het hart

“Nee, mama, ik wil niet meer naar de kerk, God bestaat niet!”
“Denk jij dat echt? Waarom denk je dat?”
“Dat zeggen alle kindjes op school!”
“O, maar die weten niet wat jij hebt gevoeld: als jij energie door je armen laat stromen en het uitstraalt naar een pijnlijke plek, dan weet je dat de pijn minder wordt, dat zo’n plek sneller geneest. Waarom werkt het? Misschien wel omdat je die energie langs je hart laat stromen en het zo vult met Liefde. Maar waar komt die energie vandaan? Zou het kunnen dat die energie God is? God die Liefde is, God die in ons hartje woont, waar we contact mee maken zodra we naar ons hartje luisteren?”
Stilte.

“Soms is het niet zo belangrijk om te beslissen of God wel of niet bestaat. Wat wel belangrijk is, is dat je doet wat goed voelt vanuit je hartje. En als jij het gezellig vindt om met de kinderen van de kerk samen zo’n jongerendienst in elkaar te zetten, liedjes of een verhaal te kiezen, daar een spel of kunstwerk bij te maken, dan doe je dat. Zeg maar tegen de kindjes op school dat het niet uitmaakt of God bestaat of niet, maar dat jouw hartje dat gewoon leuk vindt.”
Stilte.

Dit gesprek voerde ik vorige week met mijn zoontje van 9. En gisteravond sloeg ik een boek open dat al lang ongelezen op mijn nachtkastje lag: "The power of the heart" van Baptiste de Pape. Baptiste de Pape? Dat betekent ‘doper van de paus’? Dat is nogal wat om jezelf zo’n naam aan te meten: een boodschap op zichzelf. Op internet vraagt niemand zich af of het zijn echte naam is of een pseudoniem met een boodschap. Of allebei? Laat ik het voor nu ook maar even rusten.

Het idee is niet nieuw: leven vanuit je hart. En het komt voor in veel culturen, religies en filosofische denkrichtingen, zoals Baptiste ook laat zien met talloze citaten. Alleen, toegegeven, we doen het te weinig. Terwijl iedereen het zou willen of op zijn minst beaamt dat het goed zou zijn om te doen. Waarom? Omdat we ons steeds weer laten verleiden door de waan van de dag en al dan niet ingebeelde verwachtingen van anderen. Ik neem me heilig voor om de komende dagen, weken in het boek van Baptiste te gaan lezen hoe ik meer vanuit mijn hart kan gaan leven.

Eigenlijk weet ik dat waarschijnlijk al wel en ben ik al heel lang met het thema bezig. Zo’n beetje sinds mijn studentenpastor Tejo van der Meulen tegen mij zei: “Streep al die woordjes ‘God’ of ‘eeuwige’ of ‘heer’ nu eens door in je Bijbeltekst en vervang ze eens door het woordje ‘Liefde’ (met een hoofdletter). En lees de tekst dan eens opnieuw. Wat staat er dan?” Dat was voor mij een eyeopener die ik nog altijd naleef. Bovenstaand gesprekje met mijn zoontje getuigt ervan.

Maar ik raak er ook even zo vaak weer van verwijderd. En dan raak ik weer verstrikt in zaken die niet goed voor me zijn. Hoe goed voor de wereld deze zaken op zichzelf ook zijn, voor míj zijn ze niet de weg die ik moet bewandelen. Ze zuigen me leeg in plaats van dat ze me energie zouden moeten geven.

Want die les heb ik intussen ook geleerd: als ik de dingen doe die mijn hart me ingeeft, krijg ik daar energie van, ongeacht hoeveel energie ik er ook instop. Misschien wordt ik er fysiek moe van, maar niet mentaal. Dat merk ik heel duidelijk wanneer ik zieke vrienden of vrienden met pijn een Quantum Balance-behandeling geef: dan geef ik ze ongelooflijk veel energie, maar na afloop voel ik me ook gevuld met energie, het stroomt. Dat voel ik ook als ik workshop geef over ‘Schrijven over je Leven’ of wanneer ik mensen één op één begeleid bij het schrijven van hun levensverhaal: daar word ik helemaal blij van, hoe moeilijk het verhaal of het proces soms ook is.

Zo moge het zijn. Ik kijk met blijde verwachting uit naar de rest van het boek van Baptiste en de weg die ik gaan zal. Wat gaat dit met mijn levensverhaal doen en met dat van de mensen om mij heen? Wordt vervolgd.

Power of the heart

Orde en chaos

Mijn huis vindt menig vriendin een rommelbak. Ik ook, maar ik ben er gelukkig.

Mijn moeder was een peutertje toen ze van Jappenkamp naar Jappenkamp moest verhuizen. Op zo’n moment begonnen alle gevangenen door het vrouwenkamp te rennen op zoek naar hun kinderen, hun spullen en de vrachtwagens waar ze in moesten klimmen. Het stof dwarrelde rond tussen al die benen, brullende kinderen en pardoes op de grond vallende spullen en etenswaren. Alleen wat je zelf kon dragen, mocht mee en de rest was je voor altijd kwijt. Mijn moeder leerde heel rap om al haar spulletjes zo geordend te bewaren, dat ze in no time haar koffertje gepakt had en klaar kon staan voor vertrek zonder iets te vergeten.

Zo gaat ze nog steeds op vakantie: alle spulletjes hebben al jaren hun vaste plek in de auto en in de tent en zijn altijd 'inpakklaar': de koffer met schone kleren ligt in de voortent direct naast de binnentent, daarnaast de vuile waszak, daarnaast de krat met kookspullen en daarnaast de box met voorraad. Toen ik eens behulpzaam wilde helpen met inpakken, dwarrelde het stof op achter mijn moeders aan dribbelende voeten, volgen de door mij ingepakte spullen de auto weer uit en lag alles in no time weer op zijn vertrouwde, jaarlijkse plekje. Ik hield dan wijselijk mijn mond.

Jullie snappen hoe mijn kamertje er volgens mijn moeder geacht werd uit te zien toen ik klein was. Alle boekjes keurig op alfabet in de boekenkast, mijn kleren op houten hangertjes in de klerenkast en alle pennen en kleurpotloden in de laatjes van mijn bureautje. Mijn moeders priemende ogen leerden mij van meet af aan nooit iets na gebruik zomaar ergens neer te leggen, maar altijd gelijk neer te leggen waar het hoorde.

En dan snappen jullie ook dat mijn eigen huis nu een gezellige, rommelbak is, waar je continu struikelt over het speelgoed van mijn zoontje, waar ik altijd op zoek ben naar mijn papieren, waar je op zolder niet meer bij de vriezer kunt, omdat de kampeerspullen al maandenlang niet zijn opgeruimd. Dit uiteraard af en toe tot ergernis van mijn Hollandse echtgenoot. En wanneer mijn moeder op bezoek komt? Die houdt dan wijselijk haar mond.

Maar, als ik ’s zomers met man en kind kampeer, staat onze koffer met schone kleren in de voortent direct naast de binnentent, daarnaast de vuile waszak, daarnaast de krat met kookspullen en daarnaast de box met voorraad. Want stel je voor dat er noodweer komt en alles hals over kop de auto in moet…

kamperen met mijn moeder en een vriendinnetje